Griekse architectuur

De Grieken kennen een lange bouwhistorie. De eerste bouwwerken bestonden voor het grootste gedeelte uit leem en hout, dat in de loop der tijd vergaan is. Hierdoor kunnen mensen tegenwoordig nog weinig sporen terug vinden van deze gebouwen.

Bouwwerken die wel goed bewaard zijn gebleven zijn de Griekse tempels. Deze tempels waren opgedragen aan één van de Griekse goden. Deze tempels zijn wel goed bewaard gebleven doordat er veel duurzamer materiaal werd gebruikt, zoals natuursteen.

 

In de Griekse bouwkunst onderscheiden we drie orden:

ordne
Dorisch                                                    Ionisch                                                     Korintisch

De Dorische orde is de oudste bouworde binnen de Griekse bouwkunst. Het heeft als meest typische kenmerk de Dorische zuil. Deze heeft zeer zware, strakke en statige bouwvormen. De bouwers wisten in het begin namelijk nog niet zeker of de steenconstructie wel sterk genoeg was.

De Ionische bouwstijl vrij slank. De meest opvallende kenmerken van de ionische zuil zijn dat deze op een voetstuk staat en een versierd kapiteel heeft. Omdat de Ionische zuilen slanker werden en bijgevolg minder draagvermogen hadden, hebben de Griekse architecten soms het aantal zuilen verhoogd om de bouwwerken steviger te maken.

De Korintische orde is de jongste van de drie bouworden van de Griekse bouwkunst. Vooral in het Romeinse tijdperk kende deze orde een grote verspreiding.

 

 

Kenmerken tempels:

  • Zuilen
  • Friezen
  • Frontons
  • Kroonlijsten
  • De tempels waren veel kleurig beschilderd
  • Veel verschillende vormen versiering in het steen
  • Vaste maatverhoudingen

 

Materialen:

  • Hout, de Grieken hebben voor al hun gebouwen, ook de tempels, oorspronkelijk hout als bouwmateriaal gebruikt.
  • Terracotta (gebakken klei), hiermee werden belangrijke onderdelen bekleed.
  • Natuursteen (kalksteen en marmer), dit werd gebruikt voor belangrijke gebouwen zoals tempels.

 

grie

Parthenon

De bekendste tempels van de Griekse Bouwkunst staan op de heuvel Akropolis in Athene. Op de Akropolis staat het Parthenon, de Nikè-tempel, de Propyleeën en het Ereichtheion. De gebouwen zijn allemaal gemaakt van wit marmer. 
Ictinus
en Kallikrates waren de architecten van het Parthenon. De bouw van deze tempel begon ongeveer 450 v.Chr.

Romeinse architectuur

De Romeinse bouwkunst heeft veel van de Grieken overgenomen. De combinatie kan je in veel terug zien, bijvoorbeeld het gebruik van zuilen en stenen. Toch zijn er veel verschillen.

De Romeinse bouwstijl bracht een grote verandering met zich mee in de toepassing van de bouwkunst.  Bij de Griekse bouwkunst draaide het nog om gebouwen zoals tempels, theaters en huizen. De Romeinen introduceerden ook de bouw van aquaducten en rioleringen om het leven in de stad te verbeteren.

Ook ontwikkelden de Romeinen verschillende bouwconstructies zoals het tongewelf.  Dit gewelf werd later nog verder ontwikkeld tot ronde koepels en kruisgewelven. Daarnaast vond er een verandering plaats in het materiaalgebruik. Door de ingewikkelde constructies gingen de Romeinen bouwen met beton en baksteen waardoor het gebouw steviger werd. De functie van het gebouw werd belangrijker dan het uiterlijk. De afwerking werd echter nog wel vaak vervaardigd van marmer.

ont

 

Basilica

De grootste gebouwen in Rombase waren de basilica’s, waar recht werd gesproken. Het was een markthal, beursgebouw en bankgebouw. De basilica was een grote rechthoekige hal, met ramen in het bovenste gedeelte, en twee zijbeuken gescheiden door zuilen. Ook had het gebouw grote vensters waardoor daglicht binnen kon vallen.

 

 

Amfitheatersthe
Een amfitheater werd gebruikt voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren. De Romeinen bouwden ze rond (ovaal) met tribunes rondom. Hierdoor waren ze geschikter voor grootste spektakelstukken, en was het niet nodig om tegen een heuvel aan te bouwen.

De marmeren platen waarmee de Romeinen beton en
baksteen bekleedden, zijn tegenwoordig verdwenen. De zuilen en pilasters zijn nog wel colgoed zichtbaar. Een voorbeeld is het Colosseum in Rome.

 

 

Aquaducten

Door de ontwikkeling van de rondboog konden aquaducten gemaakt woquarden.
Een aquaduct bestond uit met baksteen gemetselde rondbogen: bovenin liep een goot voor het transport van water over tientallen kilometers. Het water kon door het zorgvuldig berekende verval vanuit de heuvels naar de steden stromen. De Romeinen realiseerden daarmee vele voorzieningen zoals openbare toiletten, ondergrondse riolering, fonteinen en openbare baden. Geen van deze innovaties zou mogelijk zijn geweest zonder het Romeinse aquaduct.

 

Kenmerken Romeinse bouwkunst

  • Rondboog
  • Tongewelf/Kruisgewelf
  • Koepel
  • Zuilen
  • Gebouwen waren vooral functioneel

 

Materialen

  • Natuursteen
  • Baksteen
  • Beton
  • Cement
  • Marmer

 

Gotische architectuur

Gotiek is de benaming voor een stijl in de middeleeuwse bouwkunst. De Gotiek ontstond in Frankrijk, waar destijds veel steden, kastelen, bestuursgebouwen en huizen werden gebouwd. Later  rond de dertiende eeuw was deze stijlbijna over heel Europa versprgotiekeid.

De gotiek is te verdelen in drie perioden: de vroege gotiek (van 1122 tot 1200) waarin het onderscheid met de romaanse bouwkunst voor het eerst duidelijk zichtbaar werd, de middengotiek (van 1200 tot 1350) waarin de gotiek in Frankrijk veel werd toegepast en de laatgotiek (van 1450) waarin de stijl decoratiever en vrijer werd.

De gotiek wordt gezien als de eerste echt vernieuwende stijl sinds de val van het Romeinse Rijk. Zeer belangrijk is de nieuwe constructiemethode waarbij de massa van de gebouwen door ribben, zuilen en luchtbogen gedragen wordt. De muur verloor hierdoor haar dragende functie, kon van grote hoge vensters worden voorzien en de gebouwen konden veel hoger worden. Een gotisch gebouw kan gezien worden als een skeletbouw.

 

Kruisribgewelf                                                                       luchtbogen

 

Kenmerken Gotiek

  • Spitsbogen
  • Luchtbogen
  • Hoge ramen
  • Skeletconstructie
  • Roosvensters
  • Kruisribgewelf
  • Veel versieringen

 

Materialen

  • Glas-in-lood.
  • Baksteen

 

Notre-Dame

In 1got163 begon de bouw van de Notre Dame, een grote kathedraal midden in Parijs. Op deze plek bevond zich eerder een Griekse tempel. De Notre-Dame is gebouwd in een gotische stijl. Je kunt dat zien aan de vele vensterbogen, glaswerken en ronde pijlers. De architecten van de Notre-Dame zijn Jean de Chelles en Pierre de Montreuil. De kathedraal was pas af in 1345.

De functie van de Notre Dame is een kerk. Het wordt momenteel beheerd door de gemeente van Parijs.

Het is nu één van de bekendste kathedralen ter wereld. De kathedraal werd in de rest van de wereld onder andere bekend door het boek “De klokkenluider van de Notre-Dame wat ook verfilmd is.

.

Renaissance (1400-1600)

De renaissance is een periode in de Europese cultuurgeschiedenis die begon in Italië in de 14e eeuw en eindigde in de 16e eeuw. Het woord renaissance  betekent letterlijk ‘wedergeboorte’. De Italiaanse humanisten noemden de periode zo, omdat ze geloofden dat na een moeilijke periode, de middeleeuwen, er een nieuwe gouden eeuw was aangebroken waarin zich een wedergeboorte van de pracht en praal van de Klassieke Oudheid plaats zou vinden. Dit is ook terug te vinden de in de bouwstijl uit deze periode die ook renaissance wordt genoemd. Veel kenmerken uit deze bouwstijl komen namelijk overeen met de kenmerken van de architectuur uit de Klassieke Oudheid.

 

Kenmerken van de stijl zijn:

  • Zuilenre
  • Triomfbogen
  • Timpanen
  • Tonggewelven
  • Pijlers
  • Koepels
  • Centraalbouw (eenheid)
  • tempelvormen

 

Materialen die veel werden gebruikt zijn:

  • Bakstenen
  • Pleister
  • Marmer
  • Staal

 

 

Leonardo da Vinci

Leonardo da Vinci is geboren op 15 april 1452 en is overleden op 2 mei 1519. Hij wordt gezien als een genie en het schoolvoorbeeld van het renaissance-ideaal. Da Vinci heeft dan ook ontzettend veel gedaan. Hij was architect, uitvinder, natuurkundige, scheikundige, anatoom, ingenieur, filosoof, beeldhouwer, schrijver, schilder en componist. Da Vinci was vaak ontzettend enthousiast voor nieuwe projecten, maar meestal begon hij zich op een gegeven moment te vervelen en maakte het project niet af. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij het schilderij ‘De aanbidding door de Wijzen’ en ook rena
had hij zijn hele leven het plan een encyclopedie te maken, maar die heeft hij nooit afgemaakt.

Da Vinci is vooral bekend door schilderijen zoals de Mona Lisa en het Laatste Avondmaal. Veel architectuurwerk heeft hij niet gedaan. Er zijn alleen wat schetsen te vinden van
ideeën die hij had voor gebouwen.

 

Michelangelo Buonarroti

Michelangelo werd geboren op 6 maart 1475 in Caprese en overleed op 18 februari 1564 in Rome. Hij was een hele vernieuwende kunstenaar die veel verschillende vormen van kunst beheerste. Hij was schilder, tekenaar, beeldhouwer, dichter en architect. Michelrenaiangelo wordt dan ook beschouwd als èèn van de grootste kunstenaars aller tijden. Hij heeft veel bekende werken gemaakt zoals bijvoorbeeld het gebouw de Sint-Pieter en zijn muurschilderingen in de Sixtijnse kapel in Rome.

Doordat Michelangelo zo vernieuwend was, werd zijn werk in de tijd van de renaissance ook wel eens als schandalig beschouwd. Maar dat maakte niet uit voor Michelangelo, want hij was zo beroemd en kreeg zo veel respect van andere kunstenaars dat hij door sommigen zelfs als goddelijk werd beschouwd. Hij hoefde zich bijna niet regels te houden.

 

Leuk weetje:

Michelangelo heeft ooit alle achterliggende betekenissen van al zijn werken opgeschreven, maar heeft dit later, om een onbekende reden, verbrand. Hierdoor zijn de betekenissen van bijna al zijn werken tot op de dag van vandaag onbekend.

Jugendstil (1880-1910)

Jugendstil, of ook wel art nouveau, is een stijl die voor het eerst opkwam in 1880. Het is een decoratieve stijl die is vernoemd naar een tijdschrift uit Duitsland (München) ‘die Jugend’. De stijl was vooral populair in de jaren 1880 tot 1910 op verschillende plekken in Europa. Het is ontstaan doordat er een aantal kunstenaars waren die de neo-stijlen afwezen, maar wel moderne technieken wilden gebruiken. Zij vonden in de natuur een nieuwe inspiratiebron. Zij gebruikten organische vormen, bloemmotieven, nieuwe kleurencombinaties en sierlijke vrouwfiguren om een mooie eenheid te maken. Schoonheid en functionaliteit werden door de kunstenaars verenigd en met nieuwe constructiemethoden liepen de bouwelementen vloeiend in elkaar over.

 

Kenmerken van de stijl zijn:

  • Veel versiering
  • Plant- en diermotieven
  • Assymetrie
  • Vloeiende, golvende lijnen

 

Materialen die veel werden gebruikt zijn:

  • Natuursteen
  • Smeedijzer (vaak sierlijk vormgegeven)
  • Gladde bakstenen (ook geglazuurd)
  • Staal

 

 

Antoni Gaudí

Gaudí was een Catalaans architect. Hij werd geboren op 25 juni 1852 in Reus en overleed op 10 juni 1926 in Barcelona. Hij wordt gezien als de grondlegger van organische architectuur en zijn werk valt onder Jugendstil.jg

Op zijn 17e ging Gaudí architectuur studeren in Barcelona en in 1878 slaagde hij. Bij zijn diploma-uitreiking zei de directeur: ‘ik heb een dwaas of een genie laten slagen’. Dit zei hij omdat Gaudí vaak volstrekt irrelevante ontwerpen maakte. De overheid kon Gaudí’s werken ook niet echt waarderen, maar er waren genoeg anderen die dat wel konden zoals zakenman Eusebi Güell i Bacigalupi. Voor deze zakenman heeft Gaudí ook een aantal projecten uitgevoerd, waaronder Pallau Güell.

Gaudí belangrijkste werk is de Sagrada Família, een basiliek. Dit bouwde hij in opdracht van een rooms-katholiek broederschap. De bouw hiervan is begonnen in 1914 en er wordt tot op de dag van vandaag nog aan gewerkt.

 

Victor Horta

Victor Horta was een architect uit België en wordt gezien als één van de belangrijkste architecten van de stijl Jugendstil. Hij is geboren op 6 januari 1861 in Gent en overleed op 8 september 1874 in Brussel.

De eerste opdracht van Horta was het ontwerpen van 3 woonhuizen in zijn geboortestad, Gent. Hierna probeerde hij nieuwe opdrachten te verwerven door middel van wedstrijden.

Victor Horta heeft vele belangrijke werken geleverd, bijvoorbeeld het Centraal station van Brussel. Dit is door Horta ontworpen, maar opgeleverd door Maxime Brunfaut.

 

Leuk weetje:

Victor Horta stond afgebeeld op het Belgische bankbiljet van 2000 Frank.

Amsterdamse school (1910-1930)

Amsterdamse School is een stijl die, na Jugendstil, in 1910 opkwam in de periode van de Moderne Bouwkunst, net zoals bijvoorbeeld de Stijl en het expressionisme. Deze stijlen zijn bedacht als een reactie op de neostijlen. De architecten van de Amsterdamse School vonden vooral expressieve dynamiek heel erg belangrijk en schoonheid was één van de eerste vereisten voor hun ontwerpen. Dit in tegenstelling tot H.P. Berlage, de architectuur die het tijdperk van de Moderne Bouwkunst inluidde, wie vooral eenvoud en soberheid veel terug liet komen in zijn ontwerpen. Amsterdamse School is een amstijl die vrijwel alleen in Nederland wordt gebruikt en hierdoor is deze stijl ook een deel van het Nederlandse traditionalisme.

 

Kenmerken van de stijl zijn:

  • Expressief
  • Plastische school
  • Laddervensters
  • Torentjes
  • Eenheid (gebouw en versiering: bak- en natuursteen)

 

Materialen die veel werden gebruikt zijn:

  • Baksteen
  • Natuursteen (versiering, accentueren van belangrijke punten)
  • Staal

 

Michel de Klerk

Michel de Klerk werd op 24 november 1884 in Amsterdam geboren en overleed daar ook op 24 november 1923. Hij was een Nederlands architect die vooral bekend is geworden door zijn ontwerpen binnen de stijl Amsterdamse School. Naast zijn werk als architect, ontwierp Michel de Klerk ook nog meubels.

Michel de Klerk groeide op in armoede, maar door zijn uitzonderlijke tekentalent mocht hij na de lagere school een vervolgopleiding doen op de ambachtsschool. Hierna ging hij in dienst als hulpje bij een tekenaar, Eduard Cuypers, waar hij leerde hoe je architectuurontwerpen kon maken.

Een van de bekendste werken van Michel de Klerk is ‘het schip’, een woonblok in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Dit werd gebouwd in 1921 in opdracht van de woningbouwvereniging Eigen Haard. Het meest kenmerkend aan dit woningblok zijn de uitgesproken vormen. Veel elementen zijn geïnspireerd door de natuur.

 

Piet Kramer

Piet Kramer werd geboren in Amsterdam op 1 juli 1981 en overleed 4 februariams 1961 in Santpoort. Hij begon zijn carrière als architect, net als Michel de Klerk, bij Eduard Cuypers. Piet en Michel hebben zelfs samen gewerkt aan een aantal ontwerpen en samen met Jan van der Meij hebben ze het scheepvaarthuis ontworpen in 1911. Dit gebouw is het grote voorbeeld van de Amsterdamse School. Een ander bekend gebouw dat Kramer heeft ontworpen is het Bijenkorfgebouw in Den Haag. Het gebouw werd in 1925 bij de opening zelfs omschreven als ‘het paleis der levensvreugde’. Naast gebouwen, ontwierp Piet Kramer voornamelijk bruggen. Hij heeft in totaal meer dan 200 bruggen ontworpen. Bij de bruggen ontwierp hij ook nog de brughuisjes, het smeedwerk en de beplanting.

 

 

Leuk weetje

Zoals enkele van zijn vakgenoten, werd ook Michel de Klerk gevraagd een postzegel te ontwerpen. De door hem ontworpen zegel met ‘De Leeuw in de Hollandse Tuin’ verscheen in het jaar van zijn vroegtijdige overlijden, 1923.amst

De Stijl (1915-1930)

De stijl is een echte Nederlandse kunstbeweging. Dit kunstenaarsverbond ontstond in 1917, de bekende oprichter is Theo van Doesburg. De stijl omvat een groep kunstenaars die nieuwe eisen stelt aan alle vormen van de kunst, maar vooral aan architectuur. De stijl wou de kunst veranderen/hervormen, ze wouden mee met de technische, wetenschappelijke en sociale veranderingen in de  wereld. Dit zelfde geldt voor de architectuur, de ontwerpen mochten niet alleen meer op esthetische overwegingen worden gemaakt, er moest rekening gehouden worden met technische en maatschappelijke eisen. Het moest minimum en eenvoudig. De kleuren en vormen moesten terug naar de elementaire constructie. Kleur wordt gebruikt om de lijnen van de architectuur te doorbreken en om een evenwicht te brengen tussen horizontaal en verticaal.

 

Kenmerken van de stijl zijn:

  • de universele primaire kleuren, zwart, wit en grijs
  • horizontaal en verticaal (later ook diagonaal)
  • rechthoekige vormen
  • elkaar loodrecht kruisende lijnen
  • basisvormen, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal
  • asymmetrische composities

 

Er zijn ook nog eisen die vooral bij de architectuur van de Stijl kwamen kijken:

  • Economisch
  • Functioneel
  • Zich ontwikkelen uit praktische eisen.

 

Verschillende soorten materialen die veel worden gebruikt in deze stijl:

  • Baksteen (veel metselwerk)
  • Hout (houten vloeren)
  • Staal (stalen kolommen)
  • Schuifwanden
  • Hoekramen

Het speciale bij De Stijl is dat het metselwerk, hout en het staal werden geschilderd in de primaire kleuren, zwart, wit en grijs.

 

Theo van Doesburg                                                        

Theo van Doesburg was een veelzijdige kunstenaar, naast schilder was hij ook actief als: vormgever, architect, typograaf en dichter. Van Doesburg leefde van 1883 tot 1931. Van Doesburg staat het meest bekend als oprichter van het tijdschrift De Stijl. Dit tijdschrift werd uitgegeven van 1917 tot 1928, de naam De Stijl is dus ook afkomstig van dit tijdschrift. Door het enthousiasme van Van Doesburg heeft hij veel contact gelegd met andere landen in Europa. Een voorbeeld hiervan is de komst van de Stijl in Drachten. De Stijl is naar Drachten gekomen door een bijzondere vriendschap tussen Theo van Doesburg en twee broers uit Drachten: Evert en Thijs Rinsema. Op deze manier heeft De Stijl zich dus verspreid, door het enthousiasme en de contactlegging van Theo van Doesburg.

 

Piet Mondriaan

Piet Mondriaan was kunstschilder en kunsttheoreticus. Mondriaan leefde van 1st872 tot 1944. Mondriaans latere werk was vooral geometrisch en abstract, het had horizontale en verticale zwarte lijnen en primaire kleuren. De kunst die Mondriaan maakte was voor vele architecten en ontwerpers een enorm grote inspiratie bron. In het eerste nummer van tijdschrift ‘De Stijl’ leverde Piet Mondriaan een erg grote theoretische bijdrage. Verder ontwikkelde hij een eigen kunsttheorie die hij neoplasticisme noemde, ook wel Nieuwe Beelding genoemd.

 

 

 

Een leuk weetje:

Wil je meer te weten komen over het sleven van Piet Mondriaan?

Misschien is een bezoek aan museum Villa Piet Mondriaan een idee. Dit museum bevindt zich in Winterswijk, de plaats waar Piet Mondriaan zijn schilderscarrière begon. Van zijn achtste tot zijn twintigste levensjaar leefde Mondriaan in Winterswijk. Het voormalig huis van de familie Mondriaan is grondig verbouwd en hier is nu samen met naastgelegen panden museum Villa Mondriaan gevestigd. Met behulp van hedendaagse middelen wordt hier het levensverhaal van Piet Mondriaan verteld. Verder zijn hier kunstwerken (vooral uit de tijd dat Mondriaan in Winterswijk leefde) die tentoongesteld worden. Mooi is te zien hoe Mondriaan zich ontwikkelde van een ambachtelijk en conventioneel schilder naar een kunstenaar die experimenteerde met kleur en vorm.

Functionalisme (20e eeuw)

Een andere benaming voor het functionalisme is ‘Form Follows Function’, ‘vorm vormt functie’. Dit omschrijft het functionalisme eigenlijk precies, de constructie en het uiterlijk van het gebouw worden bepaald door de functie van het gebouw. Viollet-le-Duc schonk voor het eerst aandacht aan het functionalisme, zoals wij het nu kennen, in het begin van de twintigste eeuw. Louis Henry Sullivan gaf het functionalisme voor het eerst bekendheid. Nadat Frank Lloyd Wright zijn ideeën overnam werd het al snel erg populair. Door de industrialisatie waren er erg veel huizen nodig. Het accent van deze woningen kwam te liggen bij de functionaliteit. De stroming het functionalisme neemt de functie van een object, een bouwonderdeel of een gebouw als uitgangspunt. Het functionalisme ontwikkelde zich tussen de beide wereldoorlogen tot een bouwstijl en baseerde zich op een zuivere en elementaire geometrie.

 

Kenmerken van de stijl zijn:

  • Het uiterlijk moet een afspiegeling zijn van functionele elementen.
  • vorm van een bouwwerk het gevolg is van de functie die het moet vervullen
  • Weinig tot geen versieringen
  • Het functionalisme maakte de industrialisatie makkelijker
  • Er werd veel gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde plattegrond.
  • Grid (stramienlijnen)
  • Platte daken
  • Overstekende horizontale vlakken
  • Metalen leuningen
  • Hoogbouw

 

Verschillende soorten materialen die veel worden gebruikt bij het functionalisme:

  • Glas
  • Gewapend beton
  • Staal

Bij het functionalisme is het ook erg belangrijk dat er tijdens de bouw al functioneel en efficiënt werd gewerkt. Ze begonnen met het gebruiken van nieuwe materialen, namelijk staal en gewapend beton. Ook pasten ze nieuw bouwmethodes toe waaronder montage bouw en standaardisatie, hierdoor kon er efficiënter en goedkoper worden gebouwd.
Johannes Duiker

Johannes Duiker, ook wel Jan Duiker genoemd, was in Nederland een erg bekende, originele architect. Er werd ook wel gezegd dat zijn werk het beste was wat er in de Nederlandse architectuur tot stand was gekomen. Duiker leefde van 1890 tot 1935, hij had een erg korte beroepscarrière van slechts 15 jaar.fdfds

Duiker koos in 1911 voor de Technische Hoogeschool te Delft. Later startte hij samen met Bernard Bijvoet een eigen kantoor. Door geldnood gingen Duiker en Bijvoet toch uit elkaar. Het laatste gebouw waar Johannes Duiker aan heeft gewerkt is de Cineac Bioscoop te Amsterdam. Duiker maakte hierbij voor het eerst gebruik van een skelet van staal. Het einde van de bouw heeft Duiker helaas niet meer mee kunnen maken maar Bernard Bijvoet is hiervoor extra overkomen om dit laatste project van Duiker te voltooien.

 

Gerrit Rietveld

Gerrit Rietveld was één van de bekendste Nederlandse architecten, maar eigenlijk was Gerrit Rietveld niet alleen in Nederland erg bekend ook internationaal had Rietveld veel aanzien. Later in zijn leven ontwikkelde Rietveld zich pas tot architect, zijn eigenlijke opleiding was namelijk meubelmaker. Hij leefde van 1888 tot 1969.

Rietveld maakte ook werk van kunstbeweging De Stijl, waaronder de enige Nederlandse woning die op de Werelderfgoedlijst staat. Gerrit Rietveld is naast dit alles fd
ook nog een van de oprichters van de CIAM , droeg hij bij aan de gedachtegang achter het Nieuwe Bouwen en sloot hij zich in 1919 aan bij de leden van De Stijl.

Het bekendste werk van Rietveld als meubelmaker is toch wel zijn topstuk: de Roodblauwe stoel. Dit is een stoel opgebouwd uit twee grote platen triplex die worden ondersteund door vijftien houten steunen. Jaren later werden de bekende primaire kleuren pas aan de stoel toegevoegd, dit nadat de leden van de stijl een overeenkomst zagen tussen de stoel en hun ideeën.

Het Rietveld-Schröderhuis dat in 1924 in Utrecht is gebouwd is één van de vroegste functionalistisch opgezette gebouwen in Nederland. Dit huis is ontstaan nadat Truus Schröder Rietveld de opdracht had gegeven een huis te bouwen.

 

Een leuk weetje:

De bekende Roodblauwe stoel van Gerrit Rietveld was voor langere tijd in een grotef variant in het Centrum van Haaksbergen te bewonderen. Het stond buiten schuin voor te Lintelo. Vooral voor kinderen was het een erg leuk speeltoestel maar het had weldegelijk iets met echte kunst te maken, sterker nog het was dus een ontwerp van de beroemde architect Gerrit Rietveld!

 

Postmodernisme (na 1960)

Het postmodernisme is een bouwstijl dat een reactie is op de modernistische stromingen, met deze modernistische stromingen bedoelen we voornamelijk het Modernisme en de Internationale Stijl. Het postmodernisme ontstond circa  1960. Het grote verschil tussen het modernisme en het postmodernisme is dat de nadruk niet meer op de functionele, rationele en formele verschijningsvorm ligt, zoals dit is bij het modernisme, de nadruk bij het postmodernisme ligt namelijk op het feit dat de klassieke bouwkunst herontdekt wordt als inspiratiebron voor de architectuur. Er wordt gebruik gemaakt van klassieke elementen in combinatie met de moderne elementen. Bij de bouw van iets in de stijl van het postmodernisme, wordt er vaak gekeken naar de omgeving. Er wordt gekeken naar de architectuur in de omgeving maar ook naar de historie van materialen in die omgeving.

 

Kenmerken van het postmodernisme zijn:

  • De nadruk die het modernisme had (de functionele, rationele en formele verschijningsvorm) is verleden tijd.
  • Er ontstaan klassieke elementen bijvoorbeeld: banden, timpanen, zuilen en bakstenen. Verwijzingen naar het verleden.
  • Het heeft wonderbaarlijke vlakken en hoeken
  • Er zijn combinaties van verschillende stijlen en bouwtechnieken.
  • Fantasie volle detailleringen (speels en vrij)
  • Vrij vormen (speels en vrij)
  • Overdaad en overdrijving

 

Verschillende soorten materialen die veel worden gebruikt bij het postmodernisme:

  • Baksteen
  • Glas
  • Beton
  • Natuurstenen
  • Hout
  • Kunststof

 

Mart van Schijndel

Mart van Schijndel was architect en vormgever, maar een van de weinige Nederlan
dse architecten die met het postmodernisme werkte. Van Schijndel werd op 21 juni 1943 in Hengelo geboren en stierf op 30 september 199post9 in Utrecht. Hij  volgde zijn opleiding, Architectonische Vormgeving, aan de GerritRietveldacademie te Amsterdam,  hij slaagde in 1968. Hiervoor had hij nog opleidingen
afgerond tot timmerman, meubelontwerper, bouwkundige en interieurarchitect. In zijn verdere leven is hij vooral intensief bezig geweest met architectuur en interieur-en productontwerp. Tijdens zijn carrière was Van Schijndel ook erg actief architecten in opleiding al zijn ervaringen en denkbeelden bij te brengen.

 

Eero Saarinen

Eero Saarinen is een architect die de  kenmerken van het postmodernisme in  zijn werken terug liet komen. Eero Saarinen werd in Finland geboren op 20 augustus 1910 en verhuisde met zijn ouders op 13 jarige leeftijd naar Amerika, hier is hij op 1 september 1961 gestorven. Eero Saarinen studeerde één jaar beeldhouwkunst aan de Académie de la Grande Chamière in Parijs en later architectuur aan de Yale University in New Haven. Hij werkte in zijn beginjaren op het architectenbureau van zijn vader en later begon Saatrinen een eigen bureau. Saarinen stond vooral bekend om zijn introductie van gebeeldhouwde vormen met een architectonisch karakter. Hij combineerde  zijn twee opleidingen in de architectuur. Eero Saarinen was vooral geliefd bij de tegenstanders van de sober
e gelijkvormigheid van de moderne beweging.

 

Weetjes:

Postmodernisme is erg in opkomst, erg veel nieuwe wijken worden allttemaal in deze stijl gebouwd, zoals de Amersfoortse wijk Kattenbroek.

Het postmodernisme is een eclectische stijl dit houdt in dat er verschillende historische stijlen door elkaar worden gebruikt, en zo zijn versmolten tot een nieuwe stijl.