De Romeinse bouwkunst heeft veel van de Grieken overgenomen. De combinatie kan je in veel terug zien, bijvoorbeeld het gebruik van zuilen en stenen. Toch zijn er veel verschillen.
De Romeinse bouwstijl bracht een grote verandering met zich mee in de toepassing van de bouwkunst. Bij de Griekse bouwkunst draaide het nog om gebouwen zoals tempels, theaters en huizen. De Romeinen introduceerden ook de bouw van aquaducten en rioleringen om het leven in de stad te verbeteren.
Ook ontwikkelden de Romeinen verschillende bouwconstructies zoals het tongewelf. Dit gewelf werd later nog verder ontwikkeld tot ronde koepels en kruisgewelven. Daarnaast vond er een verandering plaats in het materiaalgebruik. Door de ingewikkelde constructies gingen de Romeinen bouwen met beton en baksteen waardoor het gebouw steviger werd. De functie van het gebouw werd belangrijker dan het uiterlijk. De afwerking werd echter nog wel vaak vervaardigd van marmer.
Basilica
De grootste gebouwen in Rome waren de basilica’s, waar recht werd gesproken. Het was een markthal, beursgebouw en bankgebouw. De basilica was een grote rechthoekige hal, met ramen in het bovenste gedeelte, en twee zijbeuken gescheiden door zuilen. Ook had het gebouw grote vensters waardoor daglicht binnen kon vallen.
Amfitheaters
Een amfitheater werd gebruikt voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren. De Romeinen bouwden ze rond (ovaal) met tribunes rondom. Hierdoor waren ze geschikter voor grootste spektakelstukken, en was het niet nodig om tegen een heuvel aan te bouwen.
De marmeren platen waarmee de Romeinen beton en
baksteen bekleedden, zijn tegenwoordig verdwenen. De zuilen en pilasters zijn nog wel goed zichtbaar. Een voorbeeld is het Colosseum in Rome.
Aquaducten
Door de ontwikkeling van de rondboog konden aquaducten gemaakt worden.
Een aquaduct bestond uit met baksteen gemetselde rondbogen: bovenin liep een goot voor het transport van water over tientallen kilometers. Het water kon door het zorgvuldig berekende verval vanuit de heuvels naar de steden stromen. De Romeinen realiseerden daarmee vele voorzieningen zoals openbare toiletten, ondergrondse riolering, fonteinen en openbare baden. Geen van deze innovaties zou mogelijk zijn geweest zonder het Romeinse aquaduct.
Kenmerken Romeinse bouwkunst
- Rondboog
- Tongewelf/Kruisgewelf
- Koepel
- Zuilen
- Gebouwen waren vooral functioneel
Materialen
- Natuursteen
- Baksteen
- Beton
- Cement
- Marmer